In maart stopte plotseling het taalcafé in de bibliotheek vanwege Corona. Na een aantal weken heeft met name Annelies Maris (35 jaar) er voor gezorgd dat het taalcafé weer een doorstart kon maken. Wel online dan. Dat loopt nu nog steeds en is een succes: Elke week geven meerdere taalvrijwilligers verschillende online lessen en het animo daarvoor is zo groot, dat er zelfs wachtlijsten zijn. 

Ben je al lang actief als vrijwilliger bij het Taalcafé Blaak?
“Ik doe dit vrijwilligerswerk nu ruim 2 jaar. Ooit ben ik begonnen doordat een huisgenote vrijwilligerswerk deed en ik daardoor geïnspireerd werd. Vrijwilligerswerk kun je ook doen naast je gewone werk en kan voor iedereen leuk zijn. Of je nu 20, 35 of 50 jaar oud bent. Het is fijn om iets voor anderen te kunnen betekenen en een bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij.  Ik wilde eigenlijk iets met rekenen gaan doen, want daar ben ik goed in, maar belandde bij het taalcafé.”

Op haar beurt heeft zij weer een vriendin mee genomen naar het taalcafé die ook al weer een tijdje daar vrijwilligerswerk doet. “Met Elise heb ik een taalgroep op dinsdagavond. Dat kon soms erg druk zijn, want we hebben een zeer grote groep van vaste deelnemers. Soms zitten we met 16 mensen aan een tafel, ha ha.”

En toen kwam Corona.
“Ja. Heel jammer voor de deelnemers, die nu niet meer in groepsverband bezig konden met de Nederlandse taal. Sommige deelnemers kwamen wel drie keer per week naar het Taalcafé. Er valt dan echt wat weg. En ook het gemis aan contact is dan groot. Na een aantal weken had ik contact met Marjanne Slot van de bibliotheek. Met haar besprak ik de mogelijkheid om het online te organiseren. Na akkoord van de bibliotheek heb ik toen Online Taalcafé opgezet, via een account op Meetup. Op dat platform kunnen taalvrijwilligers zelf aangeven op welke dagen en tijden ze de les verzorgen. Deelnemers zien dan in de agenda alle lessen en maken een keuze voor welke les ze zich aanmelden. Uiteindelijk zijn 13 vrijwilligers betrokken bij het Online Taalcafé. Marjanne heeft het Online Taalcafé gepromoot en via verschillende kanalen melden deelnemers zich aan. En er komen elke dag nog nieuwe deelnemers bij.”

Liep het digitaal taalcafé al snel gesmeerd?   
“Nee, dat niet helemaal. In het begin moesten de meesten een beetje wennen aan het programma Meetup. Ook kan je in een uur digitaal wat minder doen dan dat je fysiek met elkaar rond de tafel zit. Het heeft mij daarnaast meer tijd gekost dan verwacht om vrijwilligers uit te leggen hoe om te gaan met Skype of Zoom. Opstartproblemen horen erbij. Ondertussen loopt het allemaal goed en zijn we tientallen online lessen verder. Lessen die allemaal van elkaar verschillen, door de vrijwilliger en zijn of haar aanpak. Zo gebruikt de één een spelletje als hulpmiddel en de ander laat de inhoud van de les afhangen hoe het gesprek verloopt tussen de deelnemers.”

Je hebt er dus veel werk aan gehad?
“Ja, eigenlijk wel. Gelukkig kreeg ik wel hulp van Marjanne en wat ook heel leuk was: 3 deelnemers hebben mij ook geholpen. Deze deelnemers ken ik via mijn stichting Walking and Talking. Het is extra mooi dat deelnemers juist op die manier ook betrokken zijn.” 

Kan je daar iets over vertellen?
“Walking and Talking ben ik begonnen met een deelnemer van het taalcafé, Maria. Zij is een vriendin geworden. Samen hebben we Walking & Talking bedacht: al wandelend door Rotterdam, de Nederlandse taal beter leren spreken. Wandelen is een fijne manier om met elkaar in gesprek te zijn. De bedoeling is in duo’s 15 minuten te gaan wandelen en dat iedereen daarna wordt gekoppeld aan een ander. In totaal zijn we ongeveer anderhalf uur op pad. Ook dit project heeft door Corona een tijdje stil gelegen, maar daar zijn we inmiddels ook weer mee gestart.”

Hoe lang gaat het digitaal taalcafé nog door?
“Sowieso tot 18 juli. Dan is er een zomerstop. En het mooie nieuws is dat er vanaf september weer gestart gaat worden met de normale taalactiviteiten in de bibliotheek. Misschien zelfs met de online lessen